Juist wél salderen per zomer- en winterperiode en met een zomers daltarief tussen 11 en 16 uur.
Op 6 februari zijn er over de afbouw van de salderingsregeling meerdere moties aangenomen. O.a. een motie van VVD, CDA, CU en D'66 die energieleveranciers verbiedt om te salderen per periode (en dus verplicht over het gehele contractjaar). Want, zo stellen de indieners, als er minder dan 100 % van de, vooral in de zomer, teruggeleverde kWh's gesaldeerd mag worden is de verleiding groot om het, dan veel grotere aantal netto teruggeleverde, kWh's uit te betalen in een voor hen goedkopere periode. De zomer dus.
Maar zou wat goed is voor de energieleverancier ook niet gunstig kunnen zijn voor onze klant, de niet-paneelbezitter? Per slot van rekening zijn we, gezien de btw-aftrek voor onze investering de zonnepanelen, ondernemers. Je teruglevering op zomerse zonnige middagen is vanwege het erg hoge aanbod heel erg weinig waard terwijl onze klanten er wel de volle prijs voor moeten betalen. Ze verbruiken op die momenten dus minder, waardoor de marktprijs nóg lager komt te liggen en de op onze klanten afgewentelde kosten van de salderingsregeling nog verder oplopen. Ook kan je als saldeerder nu geen gebruik maken van dynamische contracten en dus gebruik maken van de zeer lage kWh-prijzen in windrijke winterse nachten en weekenden. Bekend is dat zon en wind elkaar vaak aanvullen. Zou hierin ook een oplossing voor de salderingsregeling liggen?
Het verbaast mij dat er, hoewel er ook een motie voor meer dynamische prijzen werd aangenomen, er geen enkele motie was ingediend om de prijs voor elektriciteit tijdens de zomerse middagen te veranderen van normaal tarief naar dal tarief. Vanwege het inmiddels ontstane overschot aan elektriciteit op zonnige zomerse middagen. Het is nu zelfs zo als je op een zonovergoten zomermiddag bijvoorbeeld de batterij van je elektrische auto oplaadt, je zelfs nog meer kwijt bent dan wanneer je deze 's nachts zou opladen
De productie door zonnepanelen piekt rond het middaguur. Toen er nog weinig zonnepanelen lagen en aangezien overdag ook de vraag naar elektriciteit hoog is was dat juist een voordeel. Feit is dat dankzij de zonnepanelen de kWh-marktprijzen op zonnige middagen sterk gezakt zijn. Dat is een (maatschappelijk) voordeel dat wel genoemd mag worden. Alleen lijkt de salderingsregeling ten onder te gaan aan zijn eigen succes. Inmiddels ligt er in Nederland immers voor 15 GWpiek aan een nog groeiend aantal zonnepanelen. Op zonnige middagen in de zomer gaat de marktprijs voor elektriciteit dan inmiddels ook naar nul, soms zelfs negatief. De salderingsregeling houdt in dat de energieleveranciers verplicht zijn om deze goedkope kWh's af te nemen. En vervolgens voor deze goedkope zomerse middagstroom de meestal veel duurdere winterstroom terug te leveren. Een prijsverschil welke de energieleveranciers uiteraard door berekenen in de algehele kWh-prijs ('socialiseren'). Welke vervolgens vooral de niet-paneelbezitters kunnen betalen.
Maar tussen 1 oktober en 1 maart is de productie van PV-panelen echter laag (circa 1/6 e van de totale jaarproductie) en blijft de marktprijs ook in de middag derhalve hoog. Dus waarom zou je dan in deze periode de saldering afschaffen? Salderen van oktober tot maart levert de energieleverancier (en indirect dus de niet-paneelbezitters) juist géén nadeel op. Veel anders ligt dat met de teruglevering in de zomer en dan vooral tijdens zonnige middaguren. Dit betreft juist het grootste deel van de teruglevering. Een oplossing zóu kunnen zijn dat de PV-bezitter in de winter niet saldeert met de dure fossiele stroom maar zijn elektriciteitsverbruik dan zoveel mogelijk dekt met de goedkope stroom tijdens windrijke nachten en weekenden. Het meest voor de hand liggend is dan een contract van oktober tot maart, de periode waar van ik dus vind dat saldering gewoon mogelijk moet blijven, met dynamische tarieven. En in de resterende, zomerse periode van 1 maart tot 1 oktober, de invoering van een zomers daltarief tussen 11 en 16 uur. En dan niet met een verschil van slechts enkele centen maar het huidige normale tarief van 30 cent en een daltarief van 10 cent.
Blijft door een invoering van een zomers daltarief tussen 11 en 16 uur en een opsplitsing in de twee salderingsperiodes van respectievelijk 1 maart tot 1 oktober en van 1 oktober tot 1 maart de terugverdientijd korter dan 7 jaar? Bijvoorbeeld voor een PV-installatie die per jaar 3000 kWh produceert (investering € 4000,-) en bij een eigen direct verbruik van 1000 kWh. Met 1/6 e deel (500 kWh) die plaats vindt in de 'winter'maanden van oktober tot maart. En de overige 1500 kWh in de zomerse maanden waarvan 1200 kWh wordt teruggeleverd in de zomerse maanden tussen 11 en 16 uur ?
Het jaarlijkse directe verbruik heeft een grote impact op de jaarlijkse opbrengst. Uitgaande van (de oude) kWh-prijs van € 0,30 per kWh levert die 1000 kWh dus jaarlijks € 300,- op.
Tussen 1 oktober en 1 maart blijft de saldering bestaan. Van de daarin 500 geproduceerde kWh valt een groot deel al in het zojuist genoemde jaarlijkse directe verbruik. Blijft circa 250 kWh à € 0.30 per kWh aan netto-teruglevering tussen 1 oktober en 1 maart over. Deze 250 kWh à € 0,30 per kWh brengt jaarlijks € 75,- op.
Dan zijn er nog de 300 kWh die in de zomerperiode voor 11 uur en na 16 uur geproduceerd worden. Op zowel de werkdagen als de weekenden en de zomerse feestdagen. Om het verbruik tussen 11 uur en 16 uur ook op deze dagen te bevorderen zal derhalve op deze dagen het daltarief op die uren juist vervangen moeten worden door het hogere normaaltarief. Derhalve zullen dan al de 300 kWh voor 11 uur en na 16 uur € 0,30 per kWh op blijven brengen. Wat dus een jaarlijkse opbrengst is van € 90,-.
Resteert de 1200 kWh die in de zomerperiode tussen 11 en 16 uur teruggeleverd worden. Deze zouden slechts € 0,10 per kWh op kunnen brengen met dus een jaarlijkse opbrengst van € 120,-
Derhalve komt de totale jaarlijkse opbrengst op 300 + 75 + 90 + 120 = € 585,- . Uitgaande van een investering van € 4000,- ligt de terugverdientijd dan nog net onder de beoogde terugverdientijd van 7 jaar.
Daarbij komen ook nog de maatschappelijke voordelen. Dynamische tarieven zijn een oplossing voor het groeiend aandeel aan weersafhankelijke wind- en zonnestroom. Waar op 6 februari óók een motie voor is aangenomen. Zonder het opsplitsen van de salderingsperiode in een zomerdeel en in een winterdeel (van 1 oktober tot 1 maart) zijn dynamische contracten voor PV-bezitters, met immers een hoge productie van PV-stroom tijdens de goedkope zomerse middagen, zeer onaantrekkelijk. Ook door het niet langer afwentelen van de kosten voor saldering op de niet-PV-bezitters zal de algehele elektriciteitsprijs dalen. Daar heeft in de winter de huidige saldeerder dan dus zelf ook voordeel van.
Op 6 februari is er een motie aangenomen tegen saldering per periode én een motie voor onderzoek naar dynamische prijzen. Dat is tegenstrijdig. De kenmerken van de PV-productie houdt in dat de saldering in de winterperiode tussen 1 oktober en 1 maart gewoon kan blijven bestaan terwijl er in de zomer in plaats van het huidige normaaltarief een daltarief zal moeten komen tussen 11 en 16 uur. Ook deze aanpak gaat niet te kosten van een terugverdientijd korter dan 7 jaar.
Leon Nelen.
Reacties
Een reactie posten